Als Secretary General, en Head Centre Family Business Governance bij GUBERNA kent Liesbeth De Ridder familiebedrijven door en door. Ze gaat op zoek naar de reden waarom ondernemingen die geleid worden door een familie efficiënter investeren in innovatie.
Een studie van de Harvard Business Review toonde het onlangs nog aan: familieondernemingen investeren weliswaar minder in R&D, maar elke geïnvesteerde euro resulteert wel in een hoger rendement. ‘Omdat ze dichter staan bij klanten, werknemers en leveranciers gaan familiebedrijven, en vooral vanaf de tweede generatie zo blijkt uit de studie, beter om met investeringen in innovatie’, weet De Ridder. ‘Ook het solide aandeelhouderschap speelt daar mee. De knip wordt stevig op de portefeuille gehouden, wat resulteert in investeringen in de juiste projecten.’ Dit sluit mooi aan bij de bevinding van een studie van GUBERNA over smart Industries. Investeren in innovatie is risicovol en de ‘return’ en de timing ervan zijn vaak onzeker. Langetermijnvisie en geduld is net dat wat familiaal aandeelhouderschap zo typeert.
Familiebedrijven koesteren ondernemerschap. Daarom hebben ze het juiste DNA voor innovatie. De Ridder ziet in de praktijk dan ook een trend bij grote bedrijven om meer ondernemers of entrepreneurprofielen op te nemen in hun raad van bestuur.
Ook hechten familiebedrijven bijzonder veel belang aan de kwaliteit van menselijke relaties. Vaak resulteert dat van bij de opstart of vrij vroeg daarna in slimme samenwerkingen, gebaseerd op wederzijds vertrouwen. ‘Een sterke internationale partner met wie het klikt, is een grote troef’, zegt De Ridder, ‘zeker als het gaat over innovatie.’